In het noorden van Indonesië bezocht ik een school die het begin van het volwassen leven markeert. Het was een plaats van zoeken en identiteitsvorming, waar leerlingen zichzelf vonden in een groep van gelijken. Het was een plaats van eerste keren, van eerste kussen en eerste gevechten, maar ook van primeurs van een minder romantische soort – primeurs van verantwoordelijkheid, van leren leven met anderen, van jezelf pushen en fouten maken.
Terwijl ik naar de leerlingen keek, vroeg ik me af waar ze op wachtten – wat was voor hen de volgende stap? Was het liefde, vrijheid, structuur, of een combinatie van alle drie? Als volwassenen weten we dat het leven niet zo eenvoudig is, dat het ons niet altijd de antwoorden geeft die we zoeken. Maar toen ik deze leerlingen observeerde, werd ik eraan herinnerd hoeveel eenvoudiger het leek toen we kinderen waren.
Op deze school leerden de leerlingen de complexiteit van het leven te omarmen, en ontwikkelden ze de vaardigheden die ze nodig hebben om zich er doorheen te bewegen. Maar tegelijkertijd verlangden ze nog steeds naar de eenvoud van hun kindertijd. Als volwassenen is het onze taak om deze leerlingen te helpen een evenwicht te vinden tussen deze twee werelden – om hen te helpen hun plaats in de wereld te vinden, maar ook om zich hun kinderdromen te herinneren.